Kaak- en hoofdpijnklachten
Na lage rug- en nekklachten zijn hoofdpijn- en kaakklachten de meest voorkomende klacht in ons bewegingsapparaat.
Vaak worden deze klachten toegeschreven aan de (hoge)nek. Dr. Harry von Piekartz ontdekte een tiental jaren geleden dat niet alleen problemen in de nek oorzaak waren van verschijnselen als; pijn, duizeligheid, evenwichtsstoornissen en oorsuizen/-piepen, maar dat een verstoorde stand en/of beweging van het kaakgewricht eveneens van groot belang was voor bovengenoemde problematiek.
Kaakklachten openbaren zich vaak in: pijn, knappen/kraken, klemmen, knarsen en verminderde beweging in het gewricht.
Middels gerichte mobilisaties en oefeningen (voor gewricht en spieren) zorgt de manueel therapeut dat het kaakgebied weer in balans komt, waardoor niet alleen de kaakregio wordt hersteld, maar tevens een positief effect uitgaat naar de rest van het hoofd.
Daarnaast wordt ook gekeken naar de ontwikkeling van de schedelbotten. Heb je als kind vaak (midden)oorontsteking gehad of is een kind een neusademer, dan kan dit leiden tot een verstoorde botgroei van de schedel. Maar ook ongevallen of problemen met zien kunnen leiden tot een asymmetrische botopbouw met vaak hoofdpijn (migraine)/ aangezichtspijnen als gevolg.
De manueel therapeut (opgeleid tot Oro-, Cranio- Faciaal Therapeut) kijkt dus bij zijn onderzoek naar bovengenoemde 3 aspecten te weten nek-, kaak- en schedelbotten.
In onze praktijk is Maaike de Graaf-Buitenhuis opgeleid tot Crafta-therapeut.